Lees voor Translate

Dorpsprofiel Grashoek

De ‘sierschijf van Helden’ of Keltische schijf, werd in 1844 gevonden in het gebied dat later Grashoek werd genoemd. Het fraaie object dateert uit de eerste eeuw na Christus. Hoewel er al in de prehistorie (o.a. Houwenberg) en vervolgens in de late middeleeuwen sprake was van bewoning rond de leenhoven Groot- en Klein Maris, was er van een gemeenschap op de plek waar nu de kern Grashoek ligt, nog geen sprake.

Pas rond het midden van de 19de eeuw stichtten de eerste boeren uit de omgeving eenvoudige boerderijtjes in het gebied tussen Beringe en Helenaveen, dat wil zeggen midden in de wildernis. Vervolgens ontgonnen ze er stukje bij beetje akkers die daarvoor veen, heide of bos waren. Ook werkten ze als turfsteker in het nabijgelegen Helenaveen.

1918

Op het einde van de 19de eeuw lagen wat plukjes boerderijen in de buurtschappen Houwenberg, Vliegert, Grashoek, Maris, Spiesbergen, Belgenhoek en bij de Helenavaart. De kinderen gingen in deze jaren naar Helenaveen en Panningen naar school. Pas nadat er een school (1914) en parochie (1918) waren gesticht, kan men spreken van de dorpsgemeenschap Grashoek. Grashoek was dus oorspronkelijk een van de gehuchten van het nieuwe dorp. 1918 geldt als de officieuze stichtingsdatum van Grashoek. De ontwikkeling kwam daarna in een stroomversnelling.

Een belangrijke figuur in de beginjaren van Grashoek was pastoor Kengen. Hij pachtte 60 ha grond en gaf deze weer uit aan ontginningsboeren. Een andere pionier was Hein Gielen die in Grashoek boerderijtjes, een winkel en een café met zaal (ASIOD) bouwde. Gielen trok ook enkele bloembollentelers uit ‘Holland’ aan, die zich rond 1900 in Grashoek vestigden. De bekendste onder hen was Johannes (Jan) Spruijt, waar de latere Johan Spruijtstraat naar genoemd is. De bollenteelt werd in Grashoek echter géén succes.

1970

Grashoek heeft na de oorlog jaren een periode bekendgestaan om zijn pluimveesector. Op het ogenblik liggen er veel tuinbouwbedrijven en varkenshouderijen. Daarnaast richten steeds meer bedrijven zich op de recreatieve markt, zoals minicampings en een golfbaan. Het van oudsher sterk agrarische karakter van het dorp nam na 1970 versneld af. Een steeds groter deel van de inwoners is forens.