Dorpsprofiel Egchel

Bij archeologische opgravingen in het uitbreidingsplan Giel Peetershof, trof men enkele jaren geleden de resten aan van een kleine nederzetting uit de (Late) IJzertijd. Tevens vond men de contouren van de landweer uit de 14e eeuw, die liep vanaf Kessel-Eik door de Keup en Giel Peetershof en eindigde bij de Jacobusstraat.

1837 - 1602

In 1387 komt de naam van ‘Henneke Agell’ voor als schepen (wethouder) van Helden. Als ‘hertschap Achell’ werd het dorp in 1459 voor het eerst genoemd. De naam is een afgeleide van ‘Aicheloo’ (eikenbos). In 1469 betaalden 31 mensen belasting over hun bezit en in 1602 telde de gemeenschap 24 boerderijen en andere woningen. Tot aan de oprichting van de parochie Panningen behoorden de volgende gehuchten tot ‘Achel’: Keup, Egchel, Hub en Zelen.

Na de oprichting van de parochie Panningen werden Keup en Egchel bij de parochie Helden en Hub en Zelen bij Panningen ingedeeld. Als grotere boerderijen kunnen wij noemen: Roosenhof, Gielenhof, Klaassenhof en de Catharinahoeve. Tot aan de industrialisatie van Helden was Egchel nagenoeg geheel agrarisch.

1930 - 1965

In de jaren dertig van de vorige eeuw ontstonden de eerste plannen voor de oprichting van een eigen parochie met kerk. Nadat de kerktoren van de H. Lambertuskerk in Helden-Dorp in 1944 was opgeblazen, zorgde met name het ruimtegebrek in de noodkerk voor een nieuwe stimulans in Egchel. In 1948 werden de kerk van het rectoraat H. Jacobus de Meerdere en een houten barak als school in gebruik genomen. De gemeenschap telde toen 500 inwoners. De naam van de parochie is een verwijzing naar de in Egchel geboren priester en verzetsstrijder kapelaan Jac Naus. Hij overleed in 1945 te Bergen-Belsen.

Het grondgebied van de Egchelhei was door zijn natte structuur alleen geschikt voor weidegebied. Hier hebben zich in het begin van de 19e eeuw de eerste boeren gevestigd. Na veel ontginningswerk bleef men strijd voeren om de natte akkers te kunnen ontwateren. Toen in 1854 het Afwateringskanaal werd gegraven, was de gemeente Helden in de veronderstelling dat men dan ook de lager gelegen gebieden kon ontwateren. Echter het hoofddoel van dit kanaal was het afvoeren van het zure Peelwater naar de Maas. In 1930 werd de beperkte scheepvaart op het kanaaltje stopgezet en liet men het waterpeil zakken. Echter de akkers bleven nog nat tot aan de ruilverkavelingen van na 1940.

Egchel onderging 2 ruilverkavelingen. De eerste uit 1943 bestreek het woongebied van Egchel, de Molenheg en een deel van Keup. Tussen de boerderijen werden toen voor en na burgerwoningen gebouwd. De tweede was de ruilverkaveling die startte in 1965. Ze bestreek een gebied van liefst 1.671 ha, gelegen onder Egchel en Beringe.

In deze uitloper van de Peel lagen veel vennen als overblijfselen van vroegere turfdelvingen. Het was een gebied waarover eeuwenlang was geruzied door de gemeenten Helden, Neer en Meijel. Op de lijn van het Afwateringskanaal lag de omstreden grens tussen Gelre en Horn. Bij de laatste ruilverkaveling werden alle oude oorspronkelijke landschapselementen geruimd voor een nieuw ruilverkavelingslandschap dat in die tijd als modern werd geacht. Tevens kreeg Egchel (onbewust) veel bomen van het soort waar haar naam aan is ontleed.